Veelgestelde vragen over hoofdluis

  • Hoe herken je hoofdluizen?

    Meestal merk je in het begin niets van hoofdluis. Bij een eerste hoofdluisbesmetting kan jeuk pas na 7-14 dagen optreden als het aantal luizen toeneemt. Kinderen beginnen dan vaak met krabben, wat niets zal helpen.

    De eitjes van de hoofdluis, de neten, zijn niet zo makkelijk te herkennen. Neten zijn namelijk kleiner dan 1 mm en zijn egaal zandkleurig (varieert tot zwart), waardoor ze bijvoorbeeld in blond haar niet zo duidelijk te zien zijn. Neten lijken op roos. Het verschil tussen beide is dat roos los in het haar zit en neten vastgekleefd zitten, dichtbij de hoofdluis in de buurt. Neten worden meestal aangetroffen in de nek, achter de oren en onder de pony of lok. Nadat de eitjes zijn uitgekomen blijven lege witte hulsjes achter.

    De hoofdluis zelf is moeilijk te vinden. Door stevig uitkammen met een luizenkam of stofkam boven een wastafel of een stuk papier komen ze te voorschijn. Raadpleeg voor meer informatie de kaminstructies voor de controle met een luizenkam.

    Meer weten over het behandelen van hoofdluis?

  • Hoe krijg je hoofdluizen?

    Hoofdluizen kunnen niet springen of vliegen. Hoofdluis verspreidt zich door van het ene hoofd naar het andere te lopen, bijvoorbeeld tijdens het spelen. Lees verder over hoofdluis.

  • Wat is het verschil tussen hoofdluizen en neten?

    Als je hoofdluis hebt ontdekt, bevinden zich naast luis ook eitjes van die hoofdluis in de haren. De eitjes van de hoofdluis worden neten genoemd. Aangezien neten na een paar dagen hoofdluizen worden en zich weer verder voortplanten, is het belangrijk dat ze verwijderd worden. Lees verder over hoofdluis en neten.

  • Welk hoofdluismiddel kun je kiezen?

    Er zijn verschillende middelen die je kunt gebruiken bij hoofdluis. Er zijn middelen op basis van dimeticon, oligodeceenolie, prosil en permetrine. De keuze voor een middel is afhankelijk van je persoonlijke wensen en situatie.

    Meer informatie over het behandelen van hoofdluis.


  • Wat is het verschil tussen een luizenkam en een netenkam?

    Voor het controleren op hoofdluizen gebruik je een plastic luizenkam.
    Heb je hoofdluis ontdekt dan gebruik je voor het uitkammen van hoofdluizen en neten een netenkam. Deze heeft metalen tanden.

    Prioderm heeft nu een luizen- en netenkam in 1. Eén kam voor het controleren op hoofdluis én voor het verwijderen van hoofdluis en neten.

  • Kunnen hoofdluizen resistent worden voor hoofdluismiddelen?

    In het verleden waren er enkele hoofdluismiddelen verkrijgbaar waar hoofdluizen op den duur resistent van konden raken. Hoofdluizen kunnen in ieder geval geen resistentie ontwikkelen voor dimeticon (Prioderm dimeticon), oligodeceenolie (Prioderm Shampoo Plus) en Prosil-substantie en een luizenbeschermingsfactor (LPF) (Prioderm Puur & Krachtig).

  • Kan mijn kind met hoofdluis naar school of de sportvereniging?

    Ja, er is geen reden om thuis te blijven nadat je je kind behandeld hebt. Wel is het belangrijk om het te melden op school, sportclub of kinderopvangcentrum. Andere ouders kunnen dan meteen hun kind controleren zodat een enkele besmetting niet uitgroeit tot een uitbraak.

  • Mijn kind heeft hoofdluis, ik en mijn andere kinderen (nog) niet. Moet ik het hele gezin behandelen met een hoofdluismiddel of alleen het kind dat besmet is?

    Het is heel belangrijk dat je alleen diegene behandelt waarbij levende hoofdluizen zijn gevonden. Een luizenmiddel moet je alleen gebruiken als er hoofdluis is geconstateerd. Het wordt afgeraden om luizenmiddelen preventief te gebruiken. Bij een hoofdluisbesmetting is het belangrijk om alle gezinsleden dagelijks te controleren op hoofdluis.

    Meer informatie over het voorkomen van hoofdluis.

  • Is het nodig om het huis, beddengoed en knuffels te reinigen bij een hoofdluisbesmetting?

    Veel mensen pakken bij de constatering van hoofdluis massaal het hele huis aan. Beddengoed wordt heet gewassen, alle knuffels gaan de wastrommel in, de auto wordt grondig gestofzuigd en jassen mogen niet bij elkaar aan de kapstok. Het RIVM heeft echter in 2011 de richtlijnen aangepast. Verspreiding van hoofdluis gaat namelijk van hoofd op hoofd en er zijn weinig aanwijzingen gevonden dat de verspreiding via de omgeving plaatsvindt. Ook is er geen wetenschappelijk bewijs dat luizencapes helpen tegen de verspreiding van hoofdluis. Lees hier meer over de hoofdluisrichtlijnen van het RIVM.